Waar een deur sluit, gaat een nieuwe open. Zeggen ze.
Afgelopen week kreeg ik de sleutels van mijn nieuwe huis. Zeven stuks maarliefst, die allemaal op de voordeur passen. Zeven stuks om uit te delen aan de mensen die het knaloranje behang van de muur gaan trekken, een muurtje metselen en een nieuwe vloer zullen leggen. Zeven stuks om uit te delen aan mijn nieuwe buren voor het geval ik mezelf weer eens buiten sluit – een talent dat ik heb geprofessionaliseerd, niet zelden belde ik in Utrecht naar mijn reservesleutelbewaarders die onder een licht zuchtend ‘alweer?’ per auto of fiets kwamen opdraven om mij toegang tot mijn huis verschaffen.
Zeven sleutels, tachtig vierkante meter, twee slaapkamers, twee wc’s en een grote tuin.
Ik zou hier blij om moeten zijn. En dat bén ik natuurlijk ook, maar het is een weemoedige blijdschap. Dit nieuwe huis, een huis dat ik alleen nog maar van foto’s ken, wil maar geen thuis worden in mijn hoofd. Want thuis is goed. Naar huis ga je pas als je weer beter bent. Maar veel beter dan dit, wordt het hoogstwaarschijnlijk niet.
De zeven sleutels, tachtig vierkante meter en die tuin, die krijg ik alleen maar omdat ‘dit’ het is. Die grote badkamer en twee wc’s horen bij een Fokus woning. Een zelfstandige, eigen woning die is aangesloten op een alarmsysteem, zodat ik 24 uur per dag hulp kan oproepen.
Zo’n woning krijg je niet zomaar. Om in aanmerking te komen, moet je een minimum aantal uren zorg per dag nodig hebben. Dat deed ik mijn halve leven lang bij vlagen wel, maar nooit voor altijd. Met het krijgen van de indicatie, van mijn nieuwe huis, kreeg ik ook het besef dat het dit keer voor het echt is. Er is geen reële verwachting dat ik binnen nu en afzienbare tijd weer op de been ben.
Sinds december vorig jaar leef ik mijn leven vertraagd. Andere mensen wassen mij, kleden mij aan, doen mijn dreads in een staart. Dan hijst men mij met de hulp van een tillift, een woord dat zoveel vernuftiger klinkt dan dat het apparaat in de praktijk bevalt, in mijn rolstoel. De rolstoel die iets meer dan een half jaar geleden het summum van perfectie was, maar die nu alwéér en bovendien hoognodig aangepast moet worden, omdat het na een uurtje voelt alsof ik op een stuk karton op de grond zit. Een rolstoel die 14 km per uur kán rijden, als de zitting maar rechtop is. En die daarom tegenwoordig, op een enkele uitzondering na, nog maar 4.4 km per uur haalt omdat rechtop zitten ook al zo slecht lukt.
Met 4.4 kilometer per uur rijd ik door het bos. Dat geeft een boel tijd om na te denken, zelfs over het kortste rondje doe ik nu lang. Ik wens Mik, Kenzo en Sammy bij me en doe me tegoed aan elke voorbijlopende hond, maar hetzelfde is het niet. Ik denk aan mijn kabouterhuis in Utrecht, waarvan ik geen afscheid heb genomen omdat ik zo abrupt in het ziekenhuis belandde. Mijn moeder heeft de verhuisdozen ingepakt, mijn vader ze naar de opslag gebracht.
Ik denk aan hoe ik hier, in Zwolle, binnenkwam. In bed, onder drie dekens want het had zowaar gesneeuwd. Ik denk aan het doel dat we opstelden, een paar uur per dag in mijn rolstoel kunnen zitten, maar dat was het doel altíjd en altijd kwam ik lopend thuis.
Het is een afgesloten hoofdstuk, maar één waarvan de ezelsoren het belang van die pagina onderstrepen.
En dan?
Een nieuw project, natuurlijk. Altijd. Iets waar ik later over schrijven zal.
Mijn nieuwe dorp, dat van mijn nieuwe huis, heeft vast ook wel een dorpskrant. Misschien dat ze daar iets kunnen met een journalist op wielen – typen met tien vingers kon ik toch al nooit, dus dat is geen probleem.
Waar een deur sluit, gaat een nieuwe open. Maar wat er zich achter die nieuwe bevindt kan ik nog niet zien. Ik ben nog bezig, te druk bezig, met die andere deur. Die oude, die zich maar niet dicht laat duwen.
Het blijft grenzen verleggen, hè?
Maar zo lang je nog een nieuw land, hoe klein dan ook, aan de andere kant van de grens vindt, blijf je door gaan.
Ik kijk uit naar foto´s van je “Fokussie” en tuin wanneer je klaar bent.
Liefs.
Schatteke, lastig blijft dit altijd, en ik kan nu wel typen het slijt, maar het slijt nooit. In gedachten ben ik veel bij jou. Elke keer die vervloekte terug val, waar je je lopend weer uitvocht, maar nu niet. Ja er gaat een nieuwe deur open, en alleen jij kunt het plaatje inkleuren wat jij achter die. deur ziet. Weet dat ik aan je denk, en je altijd mijn schermpje vol mag kladeren als je vast loopt. <3