In mijn achtertuin speelt zich een heus liefdesdrama af. Vijf tortels zitten hier in de buurt. Twee stelletjes en een, naar ik vermoed, alleenstaand jong mannetje. Dat laatste mannetje is mijn trouwste fan. Als ik ’s ochtends eens uitslaap en niet vroeg klaarsta met voer, hoor ik hem al heen en weer hupsen en koeren. Zodra ik dan, met de afstandsbediening, de deur opendoe komt hij tot de drempel gestommeld om zijn ontbijt op te halen. Hij is het ook die steeds minder schuw wordt. Als ik met mijn bakje duivenvoer naar buiten kom gaat hij zelfs nauwelijks meer aan de kant. Ja, we liggen elkaar wel, dat mannetje en ik.
Helaas voor hem ben ik weliswaar vrouw, maar geen duif en dat zorgt toch voor de nodige onrust. Die twee andere stelletjes bestaan namelijk, zoals dat wel vaker gaat met stelletjes, wél uit man en vrouw. Met het ene stel zijn er niet veel problemen. Gedrieën eten ze geduldig samen en dulden ze ook de dertig schrikachtige mussen en een incidentele invasie van een stuk of vijf kauwtjes die best een hap duivenvoer lusten.
Nee, dan het andere stel tortels. Een lief echtpaar, met een wel heel aantrekkelijke vrouwelijke helft. Dat vindt mijn jongeman althans. Gedreven door hormonen, of instinct, of gewoon een ordinaire verliefdheid doet hij er alles aan om haar voor zich te winnen. Dat betekent vooral dat hij de heer van het echtpaar onder woest gekoer en vleugelgeklapper de tuin uit jaagt, de buurt in, wégwezen jij. De dame in het gezelschap blijft meestal een beetje beteuterd achter, waarop mijn jongeman zijn kans grijpt. Hij vliegt terug, kijkt nog eens of die andere duif wel écht weg is en probeert haar dan te verleiden. Soms doet hij subtiel een soort dansje, met opgezette borst en heel wat gedraal. Meestal echter gaat hij direct op zijn doel af en probeert haar te beklimmen, voordat die andere man weer in beeld komt.
Tot nu toe zijn zijn pogingen weinig succesvol. Dat hij haar altijd op het smalste randje van de schutting bespringt helpt ook al niet mee. Zelfs voor een duif vergt zo’n richel wel erg veel concentratie en balanceren, zaken waar doorgaans geen tijd voor is want je weet nooit wanneer je concurrent terugkomt. En eigenlijk is zij ook niet echt geïnteresseerd. Ze laat hem soms even begaan, met een hautaine uitstraling, maar nooit voor lang. Ze weet immers dat haar veel ervarener echtgenoot snel genoeg weer opduikt.
Zo kijk ik een paar keer per dag naar een liefdesdrama waar Shakespeare niets bij is. Mijn jongeman zal nooit succes bij haar hebben. Dit vrouwtje zal haar man nooit echt verlaten. Zelfs niet voor een jonge god met opgezette borst, hoe indrukwekkend die aanblik ook is.
Morgenochtend zit hij weer voor mijn deur. Een half uur later jaagt hij, in steeds wanhopiger pogingen, de andere man de tuin weer uit.
Wacht maar, jochie. Volgend jaar, als je bent uitgegroeid, is het jouw jaar. En kom in de tussentijd maar gewoon bij mij eten, want ik voel me ook een beetje ontheemd, zo zonder honden en katten in huis en met alleen jou als dierlijk gezelschap.
Mooi geschreven, leuk he om de verhalen te maken bij de vogels in de tuin, doe ik ook vaak. Kan er wel uren naar kijken, heb je geen gtst voor nodig. Dit is veel mooier. Hoe gaar het verder in je nieuwe huis? Groetjes barbara
Wat leuk en zo herkenbaar.
Ik heb zulke liefdesdrama´s achter het huis op de telefoondraad. Zij hipt uitdagend steeds een stukje verder, over haar schouder kijkend of hij volgt, en wanneer ze de paal heeft bereikt en hij denkt te kunnen scoren vliegt ze op naar het begin.
Groetjes.
Margaret.
Prachtig, ik zie het tafereel zo voor me. <3