Dat mijn bed al een paar jaar in de woonkamer staat is geen nieuws meer.
Dat mijn derriere al een paar jaar smeekt om een fatsoenlijk zitkussen is geen nieuws meer.
Dat mijn rolstoel al een paar jaar voor de sier meer naast mijn bed staat in plaats van dat ik erin zit, is geen nieuws meer.
Dat door Corona alle reguliere zorg praktisch twee jaar compleet heeft stilgestaan is geen nieuws meer.
Ergens vorige zomer kreeg ik, na eindeloos ruzie maken met de gemeente en de onderhoudsleveranciers eindelijk mijn lang gekoesterde toestemming: revalidatiecentrum de Hoogstraat mag zélf een zitkussen op maat gaan maken. Hoe dat gaat uitpakken weet ik niet, maar ik ben er op de beste plek. Als het ergens kán lukken, is het daar.
Maar de wachtlijst is lang. En net toen ik, in december, eindelijk ingepland stond, werd ik een paar weken heel erg ziek. Diagnose: een stomme verkoudheid op een overbelast lijf. De afspraken bij de Hoogstraat moest ik cancelen.
In januari meldde ik me weer. Maar het lijkt erop alsof ik weer ergens onderaan de wachtlijst ben geplaatst – het bleef angstvallig stil.
Inmiddels weet ik niet meer hoe ik moet zitten, maar ook niet meer hoe ik moet liggen. Zodra ik een soort van liggende houding aanneem rolt mijn lijf zich op in een foetus houding.
Met kussens onder mijn benen en knieën probeer ik mijn bekken recht te houden, maar het is niet genoeg. Zodra ik lig en mijn nekspieren probeer te ontspannen, trekken diezelfde nekspieren vrolijk mijn hoofd opzij tot ik met mijn oor op mijn schouder lig.
Niet alleen mijn spieren zijn me beu, mijn gewrichten houden dit ook niet heel veel langer vol.
Een paar weken geleden heb ik mijn ergotherapeute gemaild. “Bel maar naar de planning als het spoed is”, was haar antwoord.
Spoed.
Zeg het maar.
Wat noem je spoed?
Doorligplekken, open wonden, decubitus. Dat klinkt als spoed.
De planning heb ik nog niet gebeld. Er zijn gelukkig geen open wonden te bekennen, alleen wat blauwe plekken hier en daar.
Ik verlies kracht en stapel rare pijntjes op onwillige spieren en gewrichten. Ik zie mezelf terugvallen in een variant van ziekzijn die ik ken maar niet in wil belanden.
Is dat spoed? En wie zegt er dat het enkel door dat idiote gehang in bed komt?
Vanmiddag stond de tuindeur open. Van binnen, in bed, hoorde ik de vogels kwetteren. De zon zag ik door de ramen heen. Ik hoorde mensen hun tuin voorjaarsklaar maken.
Het is het zoveelste seizoen dat ik in bed probeer te volgen, maar eigenlijk alleen via buienradar echt beleef. Die vertelt me wat de temperatuur is, maar ik ben allang vergeten hoe 15 graden in de zon en uit de wind aanvoelt.
Morgen ga ik de planning bellen.
Niet om mijn boze spieren. Niet om mijn pijnlijke gewrichten. Niet om de bijna continue hoofdpijn van die combinatie samen.
Morgen bel ik de planning omdat ik zélf wil weten hoe 15 graden in de zon ook alweer voelt.
Morgen is het spoed.
ik lees je berichtjes, het is allang bed tijd dus morgen maar verder lezen 🙂
zucht, mocht niet stiekum weg Fout: type je reactie tekst.
bij deze 😉