In mijn blog van maandag schreef ik al over het gedoe met mijn rolstoel. Op de avond van publicatie liet ik ’s avonds nog even de honden uit, waarop mijn Balder het zelf ook spuugzat was en vonken begon te sproeien. Niet de meest ontspannen situatie als je een kwartier rijden van huis bent en het bovendien regent.
Omdat er dus al kortsluiting in het achterlicht zat, ook als de rolstoel helemaal uitstond, durfde ik met dat vuurwerk erbij niet meer te rijden. Gelukkig zou er dinsdag toch al een monteur langskomen met een nieuwe lading pleisters en waren er dinsdagochtend twee vriendinnen zo lief om de honden uit te laten.
De monteur heeft inderdaad hier en daar wat opgelapt. De kortsluiting was uit het achterlicht, mijn ene voorlicht deed het weer en de bedrading van de andere lamp zou voorlopig niet meer mogen vonken. Er moet wel meer gebeuren volgens hem. Iets met nieuwe accu’s, nieuwe achterbanden en het nalopen van de complete bedrading, omdat Mijn Baldertje zelf nogal dystone klachten krijgt en behoorlijk scheef trekt met rijden, waardoor ik met sturen continu moet corrigeren. Maar dat is allemaal niet hoogstnoodzakelijk en zou het makkelijkst aangepakt kunnen worden als tóch de bekapping (met lampjes) en kuitplaten vervangen worden. Nu was het wachten dus, maar weer, tot eindelijk eens de bestelling van die onderdelen binnen zou komen. Volgens de belofte ‘ergens deze week’. Nou, dat zingen we nog wel uit.
Dacht ik.
Want zojuist zag ik alweer een vrolijk brandend achterlicht terwijl de rolstoel uitstaat. Wederom kortsluiting dus. En na even checken is ook het voorlicht alweer kapot.
Dus belde ik maar weer met de immer optimistische dames van de leverancier. De leverancier wiens naam ik tot nu toe niet heb genoemd uit beleefdheid, maar beleefdheid brengt me al 6.5 week nergens. Ik belde dus met de vrolijke dames van Jeremiasse Utrecht (“Care to Move”).
‘Als het goed is, maar ja, we kunnen het natuurlijk nooit zeker weten hè, komen eind van de week de onderdelen binnen en kunnen we dus volgende week een afspraak maken om dat allemaal te vervangen.’
– Dan rijd ik dus nog minimaal een week rond zonder verlichting en met kortsluiting, mevrouw.
‘Nee, dat is inderdaad niet heel veilig hè. Nou, dan euh, laat me even kijken… Komt er vrijdag iemand om alvast die lampjes weer te maken hoor!’
– Kunnen we dan ook alvast een afspraak maken voor volgende week, om die onderdelen te vervangen?
‘Dat euh, nee, dat kan natuurlijk niet, die afspraak kunnen we pas maken als de onderdelen ook echt binnen zijn, hè.’
– Oké, mag ik dan misschien het telefoonnummer van de leverancier van de onderdelen, zodat ik ze zelf kan bellen om nog eens te benadrukken dat ik er behoorlijk op zit te wachten?
‘Nee, haha, dáár kunnen we natuurlijk niet aan beginnen! Ze komen toch eind van de week? Als het goed is, ja. Ja, wij moeten er ook op wachten hè. Maar er komt vrijdag iemand hoor, fijne dag nog!’
Voor de grap heb ik daarna nog even de officiële leverancier van Balder rolstoelen, Etac Nederland, gebeld. Met de hypothetische vraag hoe lang zij er over doen om kuitplaten en een nieuwe bekapping te leveren. Hypothetisch, want Jeremiasse ‘doet geen zaken’ met Etac.
‘Kuitplaten mevrouw? Die hebben we op voorraad hoor. Die zouden morgenochtend geleverd kunnen worden. En de bekapping trouwens ook. Kan allemaal zo geregeld worden.’
…
Jeremiasse “Care to Move”. Leuker kunnen we het niet maken. Makkelijker ook niet.
Wat we doen kunnen we eigenlijk helemaal niet maken, maar zolang niemand er iets van zegt komen we er toch mee weg.