Ondanks het overlijden van Kenzo, ging het rolstoelgedoe natuurlijk wel onverminderd voort. Nadat mijn Balder vorige week, ondanks plechtige beloftes en driedubbele toezeggingen, toch niet gemaakt was, was het wachten op het moment dat hij wel naar de werkplaats kon.
Woensdagmiddag ging de telefoon. ‘We komen hem volgende week dinsdag ophalen mevrouw, en dan brengen we hem donderdag terug.’ Ik had toen natuurlijk iets moeten zeggen over wéér een week wachten. Over het tienjarenplan dat deze operatie dreigt te worden. Maar ik zat met mijn hoofd bij mijn net overleden hond en had even geen puf om hier tegenin te gaan.
Had ik dat maar wel gedaan. Had ik maar gezegd dat mijn Baldertje zo onderhand niet meer opgelapt, maar gereanimeerd dient te worden. Dan had ik donderdag tenminste niet bijna met rolstoel en al op straat gelegen. Wat was het geval? Iets in de motoren zit verkeerd waardoor de stoel met rijden naar rechts trekt. Dat is al weken zo, erg vervelend met rijden, want dat moet ik steeds corrigeren. Maar goed, op zich is daar wel mee vooruit te komen, zij het wat onhandig. Maar zoals dat wel vaker gaat met ziektes en verwondingen, hoe langer je wacht met behandelen, hoe slechter de situatie wordt. Donderdag reed ik op een fietspad met naast me een vrij lage stoep, toen mijn rolstoel ineens een enorme duik naar rechts maakte. Juist, de stoep op. Schuin en met maar één wiel, waardoor hij natuurlijk enorm uit balans raakte en kantelde. Gelukkig ging het net goed en stond ik, ietwat verdwaasd, op het nippertje weer rechtop maar het scheelde niet veel.
Dus wat doe je dan? Je belt maar weer, met de dames van Jeremiasse. Het is maar goed dat ik toch al een onbeperkt bellen bundel heb, want anders had mijn telefoonrekening mythische proporties aangenomen. Omdat ik -door schade en schande wijs geworden- weinig vertrouwen meer heb in het callcenter vroeg ik maar direct naar de manager. Die was er niet. Of ik aan het eind van de middag nog een keer wilde bellen. Natuurlijk wil ik dat, geen probleem, gezellig juist. Maar aan het eind van de middag was er nog niemand bereikbaar. Dan maar vragen of iemand me terug kon bellen, met de boodschap dat het redelijk dringend was. Wilt u nog raden, of kunt u de rest van het verhaal inmiddels zelf invullen? U heeft gelijk, natuurlijk werd ik niet teruggebeld.
Omdat ik zonder rolstoel helemaal niets kan heb ik donderdagavond en vrijdagochtend toch maar doorgereden, met een ietwat ünheimlich gevoel. Het klinkt een beetje dramatisch (en inmiddels ben ik van een beetje dramatiek niet meer vies, in liefde en oorlog is immers alles geoorloofd) maar ik ken mijn rolstoel net zo goed als mijn eigen lijf. Als dat ineens rare dingen doet is dat niet alleen vervelend, het voelt ook bijna als verraad. Maar we bereikten zonder verdere kleerscheuren vrijdagochtend, waarop ik nog maar een keer gebeld heb naar J. Ditmaal was de manager er wel. Ze had de boodschap wel gekregen, maar er niet uit opgemaakt het dringend was. Tsja. Ze was het wel met me eens dat dit geen ideale situatie meer was. Waren we het toch ergens over eens. De leenrolstoel die voor dinsdag gereserveerd was, stond zowaar al klaar. Dus vrijdag is mijn Balder opgehaald en kreeg ik een zogenaamde leenvoorziening.
En nou weet ik wel dat ik niet de dikste ben, noch de grootste, dus dat een leenrolstoel op mijn maat wat lastig is. En dat ze geen depot vol reserveBalders hebben staan begrijp ik ook nog wel. Maar het is toch altijd even slikken, zo’n uit het stof getrokken, afgedankte Opel uit 1991 als je een Mercedes C klasse gewend bent (of zoiets dan, ik heb geen verstand van auto’s). Ik moet ze nageven: ze hebben geluisterd naar mijn verzoek om een kantel- en hoog/laag functie. Die zitten erop. Helaas is de laagste hoogte dusdanig hoog dat een transfer van mijn handbewogen naar de elektrische rolstoel alsnog een hele klim is. En dat verschillende onderdelen met touw en tie wraps vastgemaakt zitten boezemt ook weinig vertrouwen in, maar hey, je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Vond ik.
Totdat gisteravond de voetensteun, die met die touwtjes en tie wraps, naar beneden donderde. Daardoor sleepte hij of over de grond, of moest ik de kantelfunctie ervan zover omhoog doen dat ik meer een bulldozer dan een rolstoelgebruiker leek.
Dus vanmorgen… (insert hier alle eerdere verhalen over de telefoontjes met het callcenter). Nee, er kon vandaag geen monteur komen. Nee, écht niet. Pas toen ik voor de vierde keer zei dat ik op deze manier gewoon letterlijk de deur niet uit kan, kon er heel misschien toch een monteur komen, al wist ze niet hoe laat. Geeft niet, ik kon toch geen kant op dus thuis was ik sowieso wel. En er kwam een monteur, zowaar. Die ook zijn ogen optrok bij de aanblik van deze Opel. Die zuchtend wat draadjes opnieuw vastzette. Die ook opmerkte ‘dat ze wel lekker snel zijn met de Balder’. Tsja, ook die kennen we inmiddels. ‘Je hebt het niet van mij, maar…’ Ook de monteurs zijn niet altijd even blij met hun werkgever, dat is wel duidelijk.
En nu is het wachten op morgen. Op woensdag. Op donderdag. Wachten op de terugkeer van mijn Baldertje en ondertussen keihard duimen dat hij eindelijk echt gemaakt kan worden, zodat ik als de wiedeweerga kan overstappen naar een andere leverancier. Heel hard duimen dat er geen dingen meer besteld hoeven te worden, zodat we weer zes of zeven weken verder zijn. En duimen dat alle partijen die zich hier inmiddels ook mee bezig houden -politiek, gemeente en pers- meer bereiken dan ik heb bereikt de afgelopen weken.
Ik duim heel hard dat het voor mij klaar is, aan het eind van deze week. Maar ik duim een beetje harder voor een fatsoenlijke, structurele oplossing voor dit probleem. Niet alleen voor mezelf, maar vooral ook voor iedereen die niet zo volhardend, goedgebekt of principieel is als ik. Voor iedereen kortom, waarvan de gemeente beweert “dat er geen andere klachten zijn”, maar die tegen dezelfde betonnen muren oplopen als ik. En waarvan de gemeente kan beweren dat ze niet bestaan, maar waarvan ik inmiddels als schamele troost weet dat ik zeker niet de enige ben.
Duimen dus. U bent van harte uitgenodigd om mee te doen.