Jep, de diazepams gaan er nog steeds in. Vanaf vandaag met weer een kwart minder dan de dosering waarmee je hier kwam, dus inmiddels zitten we al op de helft van de de hoeveelheid van toen ik hier aankwam! Behalve de orale tabletten diazepams, gaan er ook nog steeds rectioles in (u weet wel, in mijn derriere).
Thuis had ik daar hele mooie, hele fijne tubetjes voor. Gelukkig had ik alles dat overbleef al meegenomen, want de apotheek hier heeft een leveringsprobleem. Eerst zat ik een dag opgescheept met tubetjes die nauwelijks leeg te krijgen waren… Maar het kon nog interessanter!
Die tubetjes zijn namelijk ook niet meer leverbaar, dus ik moet ineens aan de slag met spuiten; canules; glijmiddel; nog meer spuiten en, oh ja, matjes tegen het knoeien.
Het zijn heel veel spullen. De diazepam moet van de ene in de andere spuit; dan moet er ook nog vloeistof achteraan en dit allemaal met een tubetje in mijn billen. Of dit me zelf zou gaan lukken..? Ik had er grote twijfels bij. Maar al doende leert men en na een paar keer goed meekijken en oefenen, durfde ik het zelf wel te proberen.
Jullie hebben dus de primeur: mijn “chirurgische ingreep” diazepam inbrengen staat nu – nagenoeg- live online!
De afkickverschijnselen vallen tot nu toe mee, al kan ik wel goed merken dat de dosering vandaag weer omlaag gegaan is. Het trillen en zweten was de afgelopen dagen weg, maar begint vandaag weer op te spelen. Nou ja, hopelijk zijn we daar over een paar dagen ook weer vanaf.
Wat ik wel kan merken is dat mijn lontje korter wordt. Dat zou het thuis ook geworden zijn hoor. Het idee was dat ik álles geregeld zou hebben als ik hier kwam en me alleen maar met afkicken bezig zou kunnen houden.
Maar ja, toen kon de apotheek mijn gaasjes en tape niet leveren. Moest ik dus vandaag weer achteraan bellen. En het gezeur met die stomme regiotaxi maakte het er bepaald beter op.
Ik was al aan het eind van mijn latijn toen ik hier kwam en dat ben ik nu helemaal.
En dat botste gisteren even met de verpleging. Vlak voor etenstijd wilde mijn diazepams er ineens héél snel uit… En alles dat je snel doet, gaat mis.
In alle haast probeerde ik zo snel mogelijk naar het toilet te gaan… En toen viel ik dus. Naast het toilet, op de grond. En niet een beetje ernaast, maar ik zat klem tussen het toilet; de beugel van de wc en omdat mijn rolstoel nog aanstond en het besturingspookje ergens tegenaan duwde, werd ik letterlijk op de grond geplet tussen mijn rolstoel en de wc.
Een alarm bij het toilet zit hier ook al niet, dus ik moest toch écht zelf mijn rolstoel weer inkomen.
Het is me uiteindelijk gelukt… Maar vraag niet hoe.
Inmiddels was het etenstijd en de regel is dat er onder het eten niet gerookt wordt. Snap ik, is normaal ook geen probleem. Maar na die beroerde dagen, na mijn valpartij, na álles van de afgelopen dagen wilde ik zó graag eerst even letterlijk stoom afblazen…
Het mocht niet. Ik moest en zou aan tafel gaan zitten. De dienstdoende verpleegkundige wist natuurlijk nog niet wat er gebeurd was, ik had weinig zin om dat in een volle woonkamer te vertellen. Maar ik was wel boos. Heel, héél erg boos.
Het is uiteindelijk goed gekomen hoor. Er zijn geen glazen gesneuveld en ik heb ook niet zitten schelden. Maar de rek was eruit – mijn elastiek stond op knappen.
’s Avonds heb ik haar nog even aangesproken. We hebben alles uitgepraat. Ze begreep me nu helemaal en als ze van de situatie geweten had, had ik echt die sigaret nog even mogen roken.
Maar… Het pleit voor ze dat ik me vertrouwd genoeg voel om dit gesprek nog aan te gaan. Mijn hele ziektegebeuren is lang afgedaan als psychosomatisch en ik heb bijzonder weinig vertrouwen meer in psychologen, psychiaters en alles eromheen.
Dat ik die verpleegkundige gisteren tóch durfde aan te spreken. Dat we tóch alles uitgepraat hebben…
Dat is een groot compliment voor deze afdeling. Ze hebben me in een week tijd genoeg vertrouwen gegeven om ook op mijn allerkloterigste momenten tóch naar ze toe te komen en het gesprek aan te gaan.
En hebben we nog een keer zo’n situatie? De oplossing is al gevonden. Ik hoef op zo’n moment niets uit te leggen. Ik hoef me niet te verantwoorden.
We hebben gewoon een heel simpel plan.
“Rood”.
Als ik er doorheen zit, als ik het even écht niet meer trek, hoef ik alleen maar “rood” te zeggen. Dan weten zij genoeg en heb ik toch mijn moment van rust.
Eind goed, al goed: inclusief die stomme gaasjes en tape; inclusief “rood” en vooral: inclusief chirurgische diazepams!