Ik heb iets op te biechten. Een tot nu toe goed bewaard geheim. Iets dat mijn imago niet ten goede gaat komen, maar hey, imago’s zijn toch maar voor pubers en proleten.
Zit u goed? Hier komt ‘ie: ik hou van Nederlandstalige muziek. En nu hoor ik u denken, ‘dat geeft toch niets? We zingen allemaal wel eens dronken mee met Frans Bauer. Als er voetbal is houden we allemaal van Hazes’. Maar het gaat veel verder dan dat. Ik hou van serieuze Nederlandse muziek. Het allermeest nog van cabaret/theater/kleinkunst/nederpop/younameit. Toon Hermans, Acda & de Munnik, Wim Sonneveld, Paul de Leeuw (ja, écht!), Frank Boeijen en ga zo maar door. Pingel wat op een piano, zing wat lieve woordjes en ik ben al snel om. Voeg wat nostalgische klanken van een accordeon toe en je hebt me helemaal.
Inderdaad, het is niet het genre waarvan je alle albums, normaal én akoestisch, stoer en openbaar in je Spotify playlist dumpt. Dus mompel ik altijd maar iets onverstaanbaars wanneer men naar mijn muzieksmaak vraagt. Maar ik ga nu een uitzondering maken. Ik ben namelijk een beetje verliefd en iedereen mag het weten.
Mijn nieuwe liefde heet Richard Groenendijk. Tot voor kort had ik nog nooit van hem gehoord, maar dat schijnt niet zo gek te zijn. Kennelijk is hij nog niet zo lang beroemd. Afgelopen zomer had RTL4 bij wijze van zomerprogrammering elke zaterdagavond een cabaretier ingepland. Nu houd ik dus ook veel van cabaret, maar dan wel van het subtiel tot relatief subtiele soort. Met Herman Finkers wil ik later trouwen, maar Guido Weijers bezorgt me kippenvel. En dan niet van het goede soort. Omdat RTL voornamelijk schreeuwcabaret had ingeroosterd, zapte ik die bewuste avond dan ook snel door. Maar mijn oor was sneller. Dat registreerde de klanken van wat het liedje “loop gerust een stukje mee” bleek te zijn.
Ik was direct verkocht. Geroerd. En fan. Zeker nadat hij een hele cd met dit soort pingelliedjes bleek te hebben. Tot mijn grote vreugde begon hij ook nog eens met een nieuwe theatertour en daar moest ik heen, dat was wel duidelijk. Dus ik zoeken. Blijkt ‘ie overal hartstikke uitverkocht. Ik was duidelijk niet de enige die die bewuste avond RTL4 had gezien. Balen dus. Tot mijn oog op een regeltje tekst viel op de website van het theater in Zevenaar. Zevenaar. Mijn zusje woont er, maar dat er een theater is ging onze bijder verwachting te boven. ‘Voor rolstoelplaatsen kunt u telefonisch contact opnemen’, stond er. Snel bellen dus. En jawel! Rolstoelplaatsen hadden ze nog. De allerallerlaatste. Eerste rang zelfs, want zielige mensen kun je maar het beste paaien met de beste plaatsen.
Zo zaten zusje en ik dus donderdagavond met onze neus op het toneel. Vol verwachting. Zin in. En oh, wat was ‘ie leuk. En mooi. En grappig. Niet altijd even subtiel, maar ik moest toch lachen. Lachen tot ik er bijna van moest huilen.
Ik ga niet schrijven over de inhoud van zijn show. Niet over de rode draad en de onverwachte wending. Dit is geen recensie. Die schreven anderen al voor me.
Ik zeg alleen: luister naar de liedjes. Gaat dat zien. En als er niemand met u mee wil, dan belt u maar. Ik wil best nog een keertje.
(P.S. Hij heeft dus een Kroatische vriend hè. En ik een Kroatische hond. Het moest zo zijn.)
(P.S. 2 Ik heb een cd met handtekening. En een selfie die geen selfie is, maar die ik duidelijk beter wel zelf had kunnen maken. Dan had ik er misschien ook opgestaan.)
Ha Annemarie,
Al eens geluisterd naar Gerard van Maasakkers? Loopt al lang mee, genre is ook beste veranderd. Ik houd nog steeds het meest van vroegere liedjes van hem zoals ‘Bloemen zijn rood’ en ‘Daor is de zon’, maar ook ‘Griep’ is leuk en vele, vele andere. Weer andere zijn ontroerend zoals ‘Bas’ (ja, over een hond) en ‘Benny’ (coming out van een homoseksuele jongen). Moet je wel houden van een Brabants accent 🙂
Groet, Jessie
Ha Jessie,
Nee, die kende ik nog niet maar ik ga nu meteen zoeken! Ik word niet direct opgewonden van plat-Brabants, maar dát hoeft gelukkig ook niet 😉