Voor wie het is ontgaan: vorige week was ik jarig. Een bijzondere verjaardag, ook al deed ik nog zo mijn best om het niet bijzonder te vinden. Maar hoe meer je dat probeert, hoe nadrukkelijker het toch bijzonder wordt.
Ik werd dus 30, vorige week. Dertig. Officieel geen twintiger meer. En dat is best een beetje treurig. Als twintiger maakt het allemaal nog niet zo uit. Het leven. Je kunt studeren of reizen of je carriere een bloemrijke start geven of vier kinderen baren of gewoon een beetje op de bank zitten met een quarterlifecrisis, een doos kerstkransjes en alle seizoenen van Grey’s Anatomy bij de hand. Als dertiger kan dat niet meer. Althans, ík vind dat dat als dertiger niet meer kan.
Ik kan me tien jaar geleden nog zo goed herinneren. Toen ging ik na een behoorlijk dieptepunt in mijn gezondheid en het wonderbaarlijke middel dat me daar bovenop hielp (“de pomp”) voor het eerst op mezelf wonen. Twee jaar later verhuisde ik weer, om in Utrecht aan de opleiding Journalistiek beginnen. Dat kon nog. Want dan was ik voor mijn dertigste afgestudeerd. En die dertigste verjaardag zou een sprankelend feest worden, om alle successen te vieren, iets met veel slingers en champagne.
Van alle dingen die ik had verwacht, was er niet bij me opgekomen dat ik op mijn dertigste verjaardag met een boze buik, een onwillig lijf en griep (al het tragische komt immers in drieën) op de bank zou zitten. Zonder opleiding, zonder werk, zonder perspectief. Zonder kerstkransjes, om de lieve vrede tussen mij en mijn buik te bewaren. Dat ik nog steeds niet verder zou zijn dan toen ik aan mijn échte leven begon, die tien jaar geleden. Dat de enige alcohol die ik zou zien, voor het ontsmetten van de thermometer was.
Zo zat ik dus een beetje op te bank te sippen, afgelopen week. Tot ik ineens iets bedacht. Als ik nu begin met werken heb ik minstens nog zo’n veertig jaar te gaan. Dat is dus langer dan d’tijd dat ik op d‘aard ben. En het is zeker langer dan de tijd dat ik me bewust ben van mijn bestaan. Zelfs als ik over vijf jaar pas succes heb, heb ik nog de helft van mijn leven om een glansrijke carrière te maken. En een burn-out ga ik alvast niet meer krijgen, al die tijd op de bank moet een buffer hebben aangelegd.
Er is dus nog hoop. Zelfs al blijkt het later valse. Eigenlijk is dertig gewoon het nieuwe vijfentwintig.
En champagne lust ik toch al niet.
Anne
Voor de tussentijd kan ik je prison break en sex and the city ook aanbevelen 😉
Annemarie
Haha, ik ben nu bezig met Dexter 😉